Wij volwassenen geven met regelmaat slechte voorbeelden. Het zijn de volwassenen die oorlogen beginnen, de volwassenen zijn verantwoordelijk voor het klimaatprobleem, maar ook op kleine schaal geven we met regelmaat het slechte voorbeeld. Zo ook in het verkeer. Afgelopen week hebben Milan en ik een aantal situaties meegemaakt in het verkeer die nog maar net goed gingen. Allemaal op de weg naar school en in alle gevallen waren het volwassenen die de verkeersregels aan hun laars lapten of totaal niet opletten. Ik vond het onbegrijpelijk.
In alle gevallen een drukke ochtendspits
We kennen allemaal de drukte tijdens de ochtendspits. Zowel thuis als in het verkeer. Ik begrijp als geen ander dat het iedere dag een race tegen de klok is. Van het vullen van tassen tot het voorbereiden van werk en iedereen fatsoenlijk (en veilig) op plaats van bestemming zien te krijgen. Dat is bijna een operatie van militaire precisie. Iedere ochtend weer. Ik begrijp echt wel dat je dan haast hebt en dingen misschien over het hoofd ziet, maar een ongeluk zit in een klein hoekje en het scheelde afgelopen week niet veel…
Bellen en appen
Zo had ik afgelopen week bijna een auto tegen de bakfiets. De bestuurder van de auto was druk aan het bellen met zijn telefoon aan zijn oor. Hij ging daardoor rijden op de verkeerde weghelft en ik kon bijna geen kant meer op. Zeker niet met een bakfiets waar Floris in zit. Dat is zwaar en een bakfiets is niet heel wendbaar. Ik begrijp dat echt niet!
Een andere situatie was op de fiets. Dit keer werd Milan bijna aangereden door een puber die heel druk was met haar telefoon. Milan kon gelukkig nog uitwijken en het meisje keek vooral heel geïrriteerd. Ik begrijp hun belevingswereld echt wel, maar ik wil mijn kind ook veilig op school krijgen.
Geen voorrang verlenen en vooral heel hard doorrijden
Op weg naar school komen we over een drukke weg waar van alle kanten verkeer komt. Er zitten drie scholen, er wonen veel mensen en de straten zijn redelijk smal. Dan is het al snel chaotisch. Milan mag van mij nog absoluut niet alleen naar school rijden. Hij heeft ook nog een hoop te leren. Ik rijd dan achter hem en geef aanwijzingen. Die drukke weg/straat grenst aan een zijstraat waar het verkeer voor ons van rechts komt. Ze hebben echter geen voorrang omdat het een uitrit is. Er rijden ontzettend veel kinderen en toch zijn er heel veel mensen, vooral automobilisten, die gewoon voorrang nemen en doorrijden. Afgelopen week konden we nog net remmen en de vrouw in de auto gebaarde boos naar ons. Ik gebaarde dat ze geen voorrang had, maar of het overkwam weet ik niet.
Ik zal niet zeggen dat ik heilig ben, maar als er kinderen rijden kijk ik altijd uit. Als ik inde auto zit verleen ik ze bijvoorbeeld ook weleens voorrang als ze het niet hebben. Kleine moeite, het maakt de weg weer overzichtelijk en het is veilig. Ook Milan heeft nog een hoop te leren. Hij moet de verkeersregels leren en heeft op zijn leeftijd nog niet genoeg overzicht op drukke wegen zoals deze.
Ook tegen hem moet ik vaak zeggen dat hij beter uit moet kijken, niet zomaar de weg over kan steken, juist iets sneller moet fietsen etc. Maar ik zal nooit bellen of appen in de auto of op de fiets.
Zullen we daarom zelf beginnen met het goede voorbeeld te geven? Een ongeluk kost veel meer tijd en wil je niet op je geweten hebben.
Ik begrijp wat je zegt over kinderen voorrang geven ook al hebben ze het niet. Maar dit vind ik eigenlijk niet goed. Je leert kinderen de regels en dus ook wanneer ze geen voorrang hebben. Als je dan wel voorrang gaat geven wanneer ze het niet hebben wordt het alleen maar onduidelijk voor ze. Het lijkt mij beter om de regels te gebruiken zoals ze horen. Dit geeft voor iedereen duidelijkheid
Auteur
Hoi Judith,
Bedankt voor je reactie. Ik zal het wat verduidelijken, want ik zie dat ik niet helemaal volledig ben geweest. Ik rijd ik echt zelden ’s morgens in de auto, want ben altijd op de fiets, maar soms heb ik hem nodig voor mijn werk. Op bepaalde plekken is het zo druk met de auto en is de situatie zo onoverzichtelijk dat ik toch voorrang geef voor de veiligheid. Niet alleen voor de kinderen en ouders op de fiets, maar ook voor mijzelf en de jongens achterin. Zeker nu het ’s morgens weer donkerder is en je het nog minder goed ziet. Ik gebaar dan dat ze van mij voor mogen.
Ik ga er dan overigens wel vanuit dat ouders hun kinderen uitleggen dat zij in zo’n situatie voorrang krijgen en dat normaliter niet hebben. Zeker wanneer dit een vaste route is die dagelijks wordt gefietst. Als iemand ons voorrang geeft omdat het regent bijvoorbeeld dan zeg ik ook tegen Milan dat dat heel aardig is, maar hij er eigenlijk geen voorrang heeft en dat dus een volgende keer niet zomaar kan nemen.
Dit gebeurt dus heel zelden, vooral wanneer ik in de auto zit en ik begrijp ook heel goed wat jij zegt, maar in sommige situaties kies ik in zo’n geval voor het overzicht. Ik zal mijn post ook even aanpassen 🙂
Groetjes,
Marisca
Goed artikel! Ik probeer ook altijd extra goed op te letten wanneer er fietsende kinderen zijn inderdaad. Maar wat ik nooit doe is voorrang verlengen terwijl iemand dat eigenlijk niet heeft. In ieder geval niet aan jonge kinderen. Zo leren ze het juist verkeerd! Dan hebben ze misschien net geleerd dat ze moeten stoppen en dan verleend iemand ze juist weer voorrang. Dat is veel te verwarrend. Dus dat doe ik niet meer!