Daar zat ik dan een maand of twee geleden: op een veel te klein stoeltje voor de twee kleuterjuffen van onze jongste zoon. Een startgesprek was het zo aan het begin van het schooljaar. Ze waren al een paar weken bezig, maar goed. Ik vind dit soort gesprekken fijn, want van onze kleuter krijgen we natuurlijk niet altijd terug hoe het in de klas gaat. Dat hij met veel meer plezier naar school gaat dan vorig jaar zien we natuurlijk wel. Hij is vrolijk en spreekt om de haverklap af met vriendjes. Wat wil je als ouder nog meer? Nou, misschien zou hij wat minder buiten de lijntjes moeten kleuren. Of toch niet?
Weektaken en binnen de lijntjes kleuren
De school is fijn, onze kleuter heeft het naar zijn zin en hij heeft twee juffen die zich met hart en ziel inzetten voor de klas. Dat werd ook duidelijk tijdens dat gesprek. In een korte tijd hebben ze de kinderen goed geobserveerd en ik herkende ook veel van wat werd gezegd.
We praatten over ons kleine mannetje en er werd verteld hoe in de klas werd gewerkt. Hij zit nu in groep twee en dat betekent dat er wordt gewerkt met weektaken. Aan het begin van de week krijgen de kleuters een blad met daarop drie weektaken. Die moeten zij plannen voor die week en aan het einde van de week moet het klaar zijn. De weektaken worden beoordeeld door de leerkrachten, maar ook door het kind zelf door middel van een afbeelding die zij in moeten kleuren.
We vinden dit een goede werkwijze en omdat de kinderen de weektaken mee naar huis krijgen, krijgen we zelf ook een indruk van wat ze doen en hoe het gaat. En in principe gaat het ook goed. Hij is vrolijk, heeft veel vriendjes en vriendinnetjes en helpt graag. Tegelijkertijd is er ook wat werk aan de winkel wat betreft de fijne motoriek. Ik benoemde nog dat hij linkshandig is en weet nog steeds niet zo goed of dat wel duidelijk was voor school. Toch gingen we aan de slag en oefenen met knippen, binnen de lijnen kleuren etc.
En dus kocht ik extra kralen en kocht ik boekjes en werkblokjes om met hem te oefenen wat betreft zijn fijne motoriek. Onze zoon houdt enorm van tekenen en knutselen dus hij was al lang blij. Hij ging aan de slag en vertelde al knutselend steeds meer zelf over de weektaken. Sommigen vond ‘ie wat moeilijk zei hij. Als ik dan thuis met hem oefende ging het wel heel goed. Of hij vertelde opeens over een patroon dat hij had ontdekt. Ik herkende ook dat weer van een weektaak. Iets waarvan hij zei dat hij het op school lastig vond bleek hij wel te begrijpen.
Uiteindelijk werd het mij iets duidelijker. Sommige dingen vond hij inderdaad lastiger en moeten geoefend worden. Andere dingen begrijpt ‘ie heel goed, maar daar gunt hij zichzelf veel te weinig tijd voor of hij vindt het minder interessant. Dan kan ‘ie daarna weer lekker spelen en zo nu en dan de grappenmaker van de klas spelen. Tja, het is een kleuter, maar ik vond het tegelijkertijd lastig. Ik wilde dat hij ook binnen de lijntjes zou kleuren, zou doen wat hem gevraagd werd en het liefst netjes. Want dan zou het echt goed zijn toch?
Aan de andere kan is hij heel geïnteresseerd in schrijven, hij wil graag de letters en het alfabet leren, schrijft al wat korte woordjes en ondertussen knipt hij zich suf om tasjes te maken voor alles en iedereen. Wij zijn juist blij met die leergierigheid.
Tot ik deze week begon aan een boek dat ik bij toeval tegen kwam. Aan het begin van het boek stond iets waar ik meteen door werd getriggerd. Het zette me aan het denken en ik voelde mij als moeder even gesterkt….
Eye-opener
Ik liep langs de boekhandel in Gouda en buiten stond een bord dat schrijfster Merel van Vroonhoven de boekhandel komt bezoeken. De titel van haar tweede boek is ‘Voor de klas’ en ik maakte er een foto van om thuis te kunnen kijken of ik deze op mijn e-reader kon downloaden. Dat kon en afgelopen week begon ik met lezen zonder dat ik de achtergrond van Merel kende. Laat ik daar even mee beginnen, want haar achtergrond is bijzonder. Merel was van 2014 tot en met 2019 voorzitter van het Bestuur van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). In 2019 maakte ze bekend dat ze de AFM ging verlaten om naar de PABO te gaan en zich om te laten scholen tot leerkracht. Wauw! Hierover schreef ze overigens haar eerste boek ‘De Stap’.
In het begin van dit boek vertelt Merel dat ze haar eerste stage gaat lopen en er een kindje is dat heel trots een kleurplaat laat zien aan zijn moeder. De moeder zegt dat ze de kleurplaat mooi vindt, maar voegt daar aan toe “maar de volgende keer wel iets beter binnen de lijntjes kleuren hè?”. Ik herkende mij in die moeder moet ik bekennen. Juist na dat gesprek op school. Juf Gerda is een collega van Merel en reageert als volgt:
“Voorbedrukte kleurplaten? Die zouden verboden moeten worden. Zo maak je van kinderen risicomijders.”
Hulde aan juf Gerda in dit boek! Hier werd ik als moeder even heel erg blij van, wat een eye-opener. En Merel voegt toe:
“Risicomijdende kinderen worden later risicomijdende beleidsmakers.”
Kleur jij zo af en toe nog maar even lekker buiten de lijntjes
We blijven met hem oefenen, maar zien ook een heel vrolijk, sociaal, ondeugend en heel bijdehand jongetje. Lekker leergierig, maar ook wel wat selectief daarin. Daar zullen wij hem in moeten begeleiden. En dan kleurt ‘ie af en toe maar lekker buiten de lijntjes. Dat zouden we misschien allemaal weleens een keertje moeten doen 😉.